Niet ver van Grenoble trainen loodsen en kapiteins van zeeschepen in de Franse Alpen óp 1:25 modellen met ook de specificaties en eigenschappen in de juiste verhouding. Deze serieuze speelvijver van vijf hectare in de openlucht in het dorpje Saint-Pierre-de-Bressieux bestaat al veertig jaar, en is destijds geïnitieerd door Esso. Er is een vijftigtal havens en kades aangelegd, inclusief mini-kopieën van het Suez- en het Kieler-kanaal met hun sluizen. Een stage van vijf dagen kost 11.000 euro, maar daarvoor krijg je dan wel een tanker, een containerschip, of een passagiersschip onder eigen gezag. Deze modellen van zo’n 10 meter lengte en een motorvermogen ‘op schaal’ vervoeren in water (waarvan ook de diepte op schaal klopt) één tot twee natuurlijke personen. De vloot telt elf schepen en vijf sleepboten. Stroming en golven ontstaan desgewenst met ‘een druk op de knop’. Alles is zo echt mogelijk gemaakt, het is net een jongensboek. Maar het doel is bloedserieus: trainen om in werkelijkheid rampen te voorkomen. Zelfs zeer ervaren loodsen, die al honderden boten hebben beloodst, halen hier een stukje zekerheid, dat ze in het echt ook goed kunnen gebruiken. Al was het maar om te experimenteren en te leren ‘wanneer het écht fout’ gaat. Tot eind 2015 was de Delftse ingenieur Arthur de Graauw overigens directeur van Port Revel
